Amsterdam, 7-4-2009
Geachte commissieleden,
De werkgroep Overlast Vijzelgracht hecht er aan om, naast de geboden gelegenheid om een gesprek met uw commissie te hebben, u ook een schriftelijke bijdrage te doen toekomen. De werkgroep is ontstaan op het moment dat duidelijk werd voor bewoners en ondernemers dat het bouwproces tot structureel, voor omwonenden onacceptabele overlast leidde. Voor het juiste begrip: binnen de werkgroep is vanaf het begin zeer genuanceerd over de aanleg van de Noord-Zuidlijn gedacht. Wel heeft de werkgroep in toenemende mate kanttekeningen geplaatst bij de wijze waarop de gemeente Amsterdam en het Projectbureau Noord-Zuidlijn (PBNZ) in gezamenlijkheid met de uitvoerend aannemer invulling aan de uitvoering hebben gegeven. De opgedane ervaringen met deze uitvoering hebben het draagvlak voor het project niet bevorderd.
Veel van de door de werkgroep aangevoerde praktische bezwaren tegen de uitvoeringswijze, zijn op een heldere manier door de gemeentelijke Ombudsman in een tweetal rapporten van kritiek voorzien en als onbehoorlijk handelen beoordeeld. Aangezien wij ervan uit gaan dat uw commissie voor het opstellen van het gevraagde advies kennis neemt van de inhoud van deze rapporten, behoeft hier in dit bestek niet in detail op worden ingegaan.
Kortheidshalve willen wij een beperkt aantal onderwerpen onder uw aandacht brengen. Gezien de opdracht die het Amsterdamse college van B & W uw commissie heeft gegeven, richten deze aandachtpunten zich ook op de voortgang van dit project. Maar met een geschiedenis van inmiddels bijna negen jaar achter de rug, kan het niet anders dan dat, voor het verkrijgen van het ons inziens juiste inzicht in de nader te stellen voorwaarden aan verdere voortgang, enige ervaringen uit het verleden zijn beschreven.
Achtereenvolgens willen wij nader ingaan op een aantal punten, te weten de gewekte verwachtingen, de inrichting van het gevoerde overleg, de ervaren verhouding tussen PBNZ en de toezichthouder, de Dienst Milieu- en Bouwtoezicht (DMB), de leefkwaliteit rond een fulltime bouwplaats en tot slot, de te stellen eisen aan de (eventuele) voortgang.
1) De gewekte verwachtingen
In 1999 is met de verlegging van het diepriool een begin gemaakt met de voorbereidingen voor de bouw van het metrostation. Vanaf dat moment wordt het leefklimaat in dit deel van een drukke woon- en winkelomgeving bepaald door tijdelijke maatregelen in de openbare ruimte. In oktober 2002 presenteert het PBNZ voor bewoners en betrokkenen een uitgave waarin de voordelen van de gekozen bouwmethode – de wanden/dakmethode – als volgt is omschreven: “Hierdoor blijft de tijd dat de bouw de grootste overlast geeft beperkt tot een periode van ongeveer 2 jaar.” 1) brochure PBNZ
Tot eind 2004 is ook – zie diverse BCU verslagen – vol gehouden dat het maaiveld Vijzelgracht in 2008 geheel hersteld zou zijn.
Reeds in 2002 is door het management van PBNZ besloten tot een andere ontgravingsmethode voor het station. Dit vergaande besluit is pas eind 2006 naar bewoners en ondernemers gecommuniceerd. Deze kostenbesparende methode betekent voor de twee omliggende woonbuurten een behoorlijke extra verkeersoverlast vanwege de vele vrachtwagenbewegingen die met deze ontgravingsmethode samenhangen.
Al redenerend en deducerend hebben de bewoners zelf kunnen en moeten vaststellen dat de opleverdata van het station en metrolijn opschoven. Oplevering 2011 werd zo opeens – na veelvuldig – doorvragen 2013. 2013 wijzigde in 2015. Nu, na de calamiteit Vijzelgracht is de vermoedelijke einddatum 2017.
2) Gevoerd overleg
Sinds de start van de bouw is een overleg met omwonenden en belanghebbenden in het leven geroepen, de Begeleidingscommissie Uitvoering (BCU). Van meet af aan is dit overleg een zeer èèn dimensioneel samenzijn geweest. Het PBNZ vertelde wat haar plannen en voornemens waren, bewoners konden daar op reageren en kregen vervolgens op hun (kritische) vragen geen, dan wel met moeite of sterk vertraagd, antwoord. Sinds een jaar kent dit overleg een onafhankelijke voorzitter, hetgeen de positie van bewoners en belanghebbenden enigszins heeft verbeterd. Maar wat kenmerkend genoemd mag worden is dat zaken als de door het PBNZ aan te vragen vergunningen, en dus de voor omwonenden en belanghebbenden rechtens toegekende bezwaarmogelijkheden, geen onderwerp van gesprek zijn geweest in deze bijeenkomsten. 2 Bezwaren tegen de structurele werktijdverlenging, de extreme geluidsoverlast die bij het slaan van de damwanden de omgeving maandenlang in zijn greep heeft gehouden, zijn aangehoord en terzijde geschoven. Deze gang van zaken heeft het vertrouwen in het overleg onder bewoners en belanghebbenden niet bevorderd. Reden waarom de reguliere BCU vergaderingen slechts door een klein gezelschap bewoners en belanghebbenden structureel wordt bezocht.
Op eigen initiatief zijn bewoners en belanghebbenden procedures tegen deze vormen van overlast gestart,waartoe in finale binnenkort de Raad van State een uitspraak zal doen. Ook het voor bewoners en belanghebbenden belangrijke antwoord op de vraag in hoeverre een zo omvangrijk, en vooral langdurig project MER-plichtig zou kunnen zijn, komt in dit overleg niet tot een helder antwoord.
3) De ervaren verhouding tussen PBNZ en toezichthouder DMB
Bewoners en belanghebbenden hebben tot op heden moeten constateren dat de ingerichte bouwplaats op de Vijzelgracht in de praktijk een “Vrijstaat” is. Aannemer en PBNZ hebben zich veel kunnen veroorloven in het belang van voortgang van de bouw. De tekortkomingen die de Ombudsman in het verkeer tussen PBNZ en de Dienst Milieu- en Bouwtoezicht (DMB) heeft moeten vaststellen, zijn hier ter plekke al geruime tijd en in ruime mate bekend. Daar waar DMB mogelijkerwijs enige rol van betekenis zou kunnen vervullen in de bescherming van de burger tegen wat aan te duiden valt als “leefbaarheidsbederf”, heeft zij consequent niet thuis gegeven: controle op de uitvoering van de werkzaamheden op de bouwplaats, zoals verzocht? Hulp bij het aanvatten van de maanden durende extreme geluidsoverlast, door middel van het stellen van bovengrenzen aan die geluidsoverlast? DMB kende slechts één tekst: “We kunnen niets afdwingen in het belang van de voortgang van de bouw.”
Deze houding is door de Ombudsman stevig gehekeld. Maar de opgedane ervaringen met DMB zijn van dien aard, dat wij er niet gerust op zijn dat de “dienstverlenende meedenkende” opstelling van deze toezichthouder zich spontaan wijzigt in een kritische dienst met “guts”.
4) De leefkwaliteit rond een fulltime bouwplaats
Het maaiveld van de Vijzelgracht zou in 2008 weer geheel in oorspronkelijke staat, inclusief de bomen, zijn hersteld. Met deze tijdspanne in het vooruitzicht hebben de bewoners en ondernemers in de twee omliggende buurten, de Wetering- en Amstelveld buurt, zich in grote lijnen kunnen verenigen met project én compenserende maatregelen.
Nu, negen jaar na aanvang van de eerste werkzaamheden, zijn panden verzakt, actieve buurtbewoners tegen hun wil de buurt uitgesaneerd en is de Vijzelgracht verworden tot een troosteloze vlakte. Winkels staan leeg of blijken onverhuurbaar. Meer en meer bewoners voelen zich niet meer thuis, dan wel verkeren in grote onzekerheid voor wat het bouwproces kan betekenen voor hun pand. Het moge duidelijk zijn dat de bouw van de Noord-Zuidlijn diepe sporen trekt. Inmiddels is er sprake van een project dat een generatielang zijn stempel op twee leefgemeenschappen drukt.
Voor het behoud van de – voorheen – aanwezige leefkwaliteit zal meer aandacht nodig zijn dan tot op heden in de zogeheten B(ereikbaarheid)L(eefbaarheid)V(eiligheid)C(ommunicatie) aanpak van PBNZ is voorzien. Compenserende maatregelen zijn, getuige de vigerende schadeverordening, in principe tot 2011 voorzien. Na de opgedane ervaringen met de toegepaste werkzaamheden is de bereidheid om akkoord te gaan met werktijdverlenging, niet meer aan de orde. Maar ook om als buurten een gelijkwaardige gesprekspartner te kunnen zijn voor PBNZ en gemeente zal moeten worden voorzien in een structurele voorziening. Het proces zoals tot nu toe verlopen heeft ongemeen veel energie en inzet van bewoners en belanghebbenden gevergd – met de tijd die nu nog is voorzien in het verschiet kan niet worden verlangd dat deze inzet op “vrijwillige basis” wordt voortgezet.
5) Te stellen eisen aan voortgang
De werkgroep Overlast Vijzelgracht wil met de te stellen eisen aan de voortgang bereiken dat, zoals de burgemeester van Amsterdam op 10 september na de 2e verzakking uitsprak “de geloofwaardigheid van de gemeente, en daarmee het vertrouwen van bewoners in het project, terug kan keren”. Dat kan overigens ook niet zonder dat, zoals de voormalig wethouder Verkeer en vervoer Herrema stipuleerde “PBNZ en gemeente voor bewoners en belanghebbenden meer empathie ontwikkelen”.
Om geloofwaardigheid te herstellen, de uitvoerbaarheid van het project te verbeteren en die voor de twee betrokken buurten verdraagzaam en acceptabel te laten zijn, komen wij tot de volgende punten. Het betreft zaken die, om aan te sluiten bij de tekst van uw uitnodiging, opgevat moeten worden als belemmeringen. Zaken die in de optiek van bewoners het vertrouwen in de voortgang niet bevorderen als zij niet op ordentelijke wijze geregeld worden. Zaken die daarmee van belang zijn om de steun voor het project te behouden.
In navolging van de aanbevelingen die de Ombudsman heeft gedaan naar aanleiding van de 2e verzakking, willen wij het gestelde ten aanzien van het werkklimaat breder trekken. Daar waar de Ombudsman wat de verbetering van het werkklimaat dit betrekt op het handelen ten tijde van een calamiteit, zien wij deze aanbeveling graag als leidraad voor de totale aanpak van de verdere bouw. Waar sprake is van het “creëren van een werkklimaat waarin rust en ruimte wordt gegund voor kalm beraad en rustig overleg”, ziet de werkgroep deze rust en ruimte graag ook vertaald in een dusdanige planning (inclusief financiële ruimte) van de verdere bouw dat er geen werktijdverlenging, zeker wat de zaterdagen betreft, aan de orde is. Een herhaling van de overlast die deze verruimde werktijden tot aan de 1e verzakking heeft opgeleverd, achten wij volstrekt onaanvaardbaar.
Met het vooruitzicht dat de bouwduur is verlengd en het herstel maaiveld nog lang niet in zicht is, achten wij een herziening van de schaderegeling onontkoombaar. Ons is geen project bekend dat zolang, op een zo ingrijpende wijze zich in een woonbuurt voltrekt. Meer dan waar de regeling nu in voorziet zal er genoegdoening moeten komen voor het verlies aan woongenot, inkomsten en goodwill van ondernemers, alsmede de waardebepaling WOZ.
Gezien de complexiteit van het proces en de tijdsduur, achten wij het van belang dat de twee betrokken buurten in voldoende mate in staat worden gesteld om hun belangen op ordentelijke wijze in de diverse gemeentelijk gremia naar voren te brengen. Sinds kort is hier een voorziening voor: het betreft de oprichting van de Stichting Gijzelgracht. Door middel van een interventie van de gemeenteraad is voor de ondersteuning van bewoners en ondernemers rond de Vijzelgracht € 20.000 ter beschikking gesteld. Willen de twee buurten op dit complexe proces “aangesloten” kunnen blijven, dan zal deze voorziening ruimhartiger gecontinueerd moeten worden.
Gezien de opgedane ervaring met de inzet van DMB en de aanbevelingen die de Ombudsman ten aanzien van de houding van DMB heeft gedaan, achten wij een inzichtelijke set afspraken tussen DMB en PBNZ van groot belang. Tot op heden hebben wij moeten vaststellen dat – ook in openbare raadscommissie vergaderingen – er sprake is van veel zaken in het verkeer tussen DMB en PBNZ die nog “moeten indalen”. “Een goed uitgewerkt protocol van handelen tussen DMB en PBNZ versterkt het vertrouwen in het indalingsproces”.
Tot slot doen wij nog een aantal aanbevelingen die ten doel hebben het democratisch proces te versterken. De werkgroep Overlast heeft moeten constateren dat de betrokkenheid van de gemeenteraad bij dit project niet overeenkomstig de omvang van het project is geweest. De calamiteiten op de Vijzelgracht hebben die betrokkenheid aanzienlijk verbeterd. Wij achten het voor een goed verloop van de voortgang essentieel dat de commissie Verkeer en Vervoer in staat wordt gesteld haar werk naar behoren te doen. Ter verbetering hiervan stellen wij de volgende zaken voor. Het betreft overigens zaken die in het verleden bij evenzeer omvangrijke projecten als de bouw van het Stadhuis/Muziektheater en de AVI-West (Afval Verwerking Installatie West) hun waarde hebben bewezen.
* Wij achten een aparte raadscommissie ad-hoc Noord-Zuidlijn, liefst op korte termijn, maar in ieder geval in de volgende raadsperiode wenselijk. Ons inziens rechtvaardigt bij de keuze voor voortzetting van dit project de omvang en complexiteit van de Noord-Zuidlijn een aparte commissie. Daarbij zou het voor alle betrokkenen ook dienstig zijn als de aangeboden stukken (bijv. de kwartaalverslagen) inzichtelijker, leesbaarder en daarmee begrijpelijker worden aangeboden. De ontoegankelijkheid van de stukken hebben de betrokkenheid van de raad zeker niet bevorderd.
* In navolging van het aparte audit bureau (Osborne) dat de gemeente Amsterdam als opdrachtgever heeft bijgestaan bij de financiële controle, planning en organisatie van de bouw AVI West, doen wij het voorstel deze constructie bij voortgang van het project wederom in het leven te roepen.
Dit audit bureau is de sleutel tot het succes geweest van de bouw van dit, na de Noord-Zuidlijn, financieel kostbaarste project van de gemeente Amsterdam.
6) Samenvattend:
Zoals gezegd is door de werkgroep Overlast in beginsel genuanceerd gedacht over de bouw Noord-Zuidlijn. De werkgroep heeft de afgelopen jaren kanttekeningen geplaatst bij de wijze van uitvoering van het project. De manier waarop door PBNZ, de gemeente Amsterdam en aannemer uitvoering is gegeven aan de bouw van de metrolijn, is zeker niet bevorderlijk geweest voor het behoud van het draagvlak. In die zin bevatten de bevindingen van de Ombudsman voor de (getroffen) bewoners en ondernemers langs de Vijzelgracht weinig echt schokkende mededelingen, conclusies en aanbevelingen. Naast een reële, werkbare tijd- en uitvoeringsplanning, is verbetering van de kwaliteit van het overleg essentieel. Openheid van de zijde van opdrachtgever en PBNZ is daarvoor een vereiste.
Te stellen voorwaarden aan voortgang bouw Noord-Zuidlijn en station Vijzelgracht :
Minimalisering werktijdverlenging, zeker wat de zaterdagen betreft
Aangepaste schadecompensatieregeling
Verbeterde ondersteuning voor bewoners, ondernemers en belanghebbenden.
Inzichtelijk protocol tussen PBNZ en de toezichthouder, DMB
Instellen van een aparte (ad-hoc) raadscommissie voor de Noord-Zuidlijn
Toevoegen extern audit bureau, zoals dat bij de bouw AVI-West heeft gefunctioneerd
N.B. de quotatie verwijst voornamelijk naar de rapporten van de Ombudsman.
Stichting Gijzelgracht
p/a ADVIplan Bouwadvisering
Prinsengracht 604
1017 KS Amsterdam
Mail: rentedeweerd.oa@gmail.com