Onderstaande brief vraagt om (na)zorg aan de politiek Amsterdam betreffende de verzakte panden Vijzelgracht. De panden waarin de zeer buurtbetrokken oude buren niet zullen terugkeren.
Aan de Wethouder Gemeentelijk Vastgoed, de heer mr. Pieter Litjens, Amstel 1, Amsterdam.
Amsterdam, 4 november 2015
Betreft: Verkoop Verzakte Panden aan de Vijzelgracht 24 en 26
Geachte heer Litjens,
Graag brengen wij het volgende onder uw aandacht.
In het voorjaar van 2015 is begonnen met de restauratie van de op 19 juni 2008 verzakte panden aan de Vijzelgracht 24 en 26. Deze panden zijn sinds september 2013 en september 2014 eigendom van de gemeente Amsterdam (de Gemeente).
In een aantal bijeenkomsten met de omwonenden, -voornamelijk om hen voor te lichten over logistieke zaken en het nemen van voorzorgsmaatregelen om eventuele grondbewegingen te meten en te voorkomen- kwam een zorg van geheel andere aard bij de omwonenden op: wat gaat er na de ‘restauratie’ met deze panden gebeuren? Het antwoord van een vertegenwoordiger van de OGA was: de funderingen worden hersteld, asbest wordt verwijderd en dan worden de panden casco verkocht, ‘zoals alle panden in Amsterdam, via Funda’.
Het is u bekend dat er in Amsterdam een grote toename is van (buitenlandse) vastgoedspeculanten die goed bewoonbare huizen opkopen, deze vervolgens lang leeg laten staan, dan wel uitbuiten als ‘short stay hotels’.
De Weteringbuurt is vooral een woonbuurt en dat willen wij ook zo houden. De omwonenden van de verzakte panden hebben het jarenlang zonder buren moeten stellen, terwijl ze daarvoor geweldige buren hadden die bovendien zeer betrokken waren bij de buurt. Na de verzakkingen zijn de eigenaren van de panden jarenlang met de Gemeente in strijd geweest over de heropbouw en uiteindelijk over de verkoop aan de Gemeente. Een van deze eigenaren is een bouwkundige die de –als gevolg van de werkzaamheden voor de Noord/Zuidlijn noodzakelijke- funderingswerkzaamheden aan de panden in de buurt jarenlang heeft begeleid. Hij kent deze monumenten als geen ander en de buurt heeft veel vertrouwen in zijn kunnen.
De eigenaren van de verzakte panden hebben, na de traumatische ervaring op 19 juni 2008, jarenlang elders moeten verblijven en moeten afwachten hoe het herstel van de panden zou gaan verlopen. Het zou voor hen erg zuur zijn te moeten ervaren dat de Gemeente zou toestaan dat met deze panden gespeculeerd gaat worden. En niet in de laatste plaats: de buurt zou opnieuw met leegstaande huizen worden geconfronteerd.
Buurtbewoners worden inmiddels bij diverse gelegenheden benaderd door kennelijke vastgoedspeculanten, die navraag doen naar de panden en de eigenaren daarvan en naar de mogelijkheid de panden te kopen. Het bestuur van Wetering Verbetering is verontrust hierover. De buurt wenst geen leegstaande panden meer, maar ook geen veelvuldig wisselende bewoning van de panden.
De omwonenden willen, na de jarenlange bouwoverlast van de Noord/Zuidlijn en de daardoor in de buurt aangerichte schade, van de Gemeente weten wat er met de panden gaat gebeuren. Tevens willen zij dat de Gemeente echt zorg draagt voor deze Rijksmonumenten en voorkomt dat deze in verkeerde handen vallen.
Bij een voorgenomen verkoop van de panden dient de Gemeente daarom expliciet het ‘voorbehoud van gunning’ af te spreken, zodat –al dan niet via de route Bibob- kan worden verzekerd dat deze panden aan de juiste personen worden verkocht, en reguliere bewoning van de panden, na herstel , wordt bevorderd.
Een juist beleid van de Gemeente in deze kan bijdragen aan een werkelijk herstel van de schade die de komst van de Noord/Zuidlijn aan de buurt heeft toegebracht.
Met dank voor uw aandacht.
Met vriendelijke groet,
Namens het Bestuur van Wetering Verbetering,
Maartje Romme, voorzitter
Namens het bestuur van Stichting Gijzelgracht
Jan Monasso, voorzitter
Cc aan:
Wethouder Verkeer & Vervoer (mr. Pieter Litjens)
Schadebureau Noord/Zuidlijn (mr. Herman van Velsen)
Voorzitter bestuurscommissie Centrum (de heer Boudewijn Oranje)